Home
Belijdeniscatechisatie
Bijbelstudie
De Catechisant
Studiemateriaal
Pastoralia
Contact
Links
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Hoe nu verder? Ik weet het niet ...
Naar mate ik dieper inlees in de Gereformeerde leer, hoe meer sympathie ik hiervoor ga ondervinden. De stukken over de uitverkiezing, kan ik alleen maar onderschrijven, de smerige, vuile doodsstaat van de mens erken ik van harte ... voor mij staat er wat dat betreft niets nieuws in. Ik heb het moeilijk op de universiteit, ik tracht altijd bepaalde wezenlijke zaken overeind te houden. Zoals het gezag van de Bijbel; zij zeggen: 'een boek van mensen over hun ervaringen met wat zij het goddelijke noemen'; dan ijst het mij rond mijn hart. Dan begrijp ik dat je weinig hebt met God de HEERE ... Wilt u bidden voor onze faculteit, in onze ogen is het een hopeloze zaak, maar ach wie weet wat de HEERE kan doen?!
Ik ervaar meer en meer dat ik God, Die ik dacht te kennen, niet ken ... al die tijd verkeerde ik in een schijnzekerheid. Maar ik ervaar wel zeer sterk dat wij nietige, misselijkmakende, eigengereide en smerige schepselen zijn, nog minder dan een varken. En we kunnen niet bestaan voor de Eeuwige! Wat een ellende, ik dacht altijd, althans ik dacht dat ik dat dacht, dat God Liefde was en dat die rechtvaardigheid ver te zoeken was. Maar God is een Rechter!!! Ik voel de gesel van Zijn toorn woeden in mijn ziel.. Dit maakt onzeker en bang, het maakt dat ik volledig in het duister tast. Wanneer ik bid, Hij hoort niet, wanneer ik zing, het is niet meer dan een valse jammerkreet in Zijn oren ... Wanneer het Oordeel nu zou plaatsvinden, dan zou ik daarheen vluchten waar ik verre van Zijn heilig en zuiverend Licht zou zijn! Ik KAN NIET BESTAAN VOOR HET AANGEZICHT VAN GOD! En hoe word ik daarvoor gelasterd. Ik sprak er onlangs over met een jaargenoot en met de studentenpastor, vooral de laatste vond dat ik me aanstelde, dat de mens in wezen goed was, dat we geen rechtvaardige Rechter nodig hadden, sterker nog God was alleen maar Liefde. Mijn gevoel kwam voort uit mijn eigen geest. Ik weet wel beter, ik weet dat ik een afschuwwekkende creatuur ben in Zijn ogen … Dat maakt mij bedroefd, het doet mij pijn dat ik God pijn doe door mijn bestaan.
         Hoe nu verder? Ik weet het niet....
 
Zo luidt een brief van een student. Hij is in het geheel niet opgevoed in de gereformeerde leer, maar is zelf begonnen erin te lezen, en nu komt hij niet verder dan wat u in het bovenstaande las.
 
Wanneer iemand u met een varken vergelijkt en zegt: u bent minder dan een varken, voelt u zich waarschijnlijk (zwaar) beledigd. Deze jongeman vergelijkt zichzelf met een varken en weet - door Goddelijk onderwijs - dat hij minder is dan een varken!
 
'Hoe nu verder?', luidt zijn vraag. Daar geeft de Heilige Schrift een duidelijk antwoord op. De Heere Jezus spreekt tot mensen die gebogen gaan onder de last van hun vuile, 'misselijkmakende' bestaan, hun aanklagend geweten, en Hij zegt: "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven." Er is nergens rust, dan alleen in Hem. Hoe tot Hem te komen? Het is de daad van geloof, waardoor wij ons aan Hem onderwerpen, zoals de kanttekeningen op Psalm 2 vers 12 zo helder omschrijven. Daar roept God Zijn vijanden op om Zijn Zoon te kussen. Wat betekent dat? 'Eer Hem als Mijn eeuwige Zoon, en neem Hem als uw Koning aan, geloof in Hem, wees Hem onderdanig.' Is het de vraagsteller en ook andere lezers onmogelijk om dit bevel op te volgen, om aan deze uitnodiging gehoor te geven, omdat zij niet weten hoe ze het daadwerkelijk moeten doen? Dan is er in het heilig Evangelie van Gods genade een bijzonder aspect dat ik graag onder uw aandacht breng, namelijk dat het God heeft behaagd om niet alleen vóór de Zijnen alles gereed te maken (in Christus), maar dat Hij bereid en in staat is om ook ín de Zijnen alles in orde te maken (door Zijn Heilige Geest).
 
Dit houdt in dat we een Evangelie mogen preken dat precies geschikt is voor dode honden - zoals Mefiboseth zich een keer noemt; of onwaardige honden - zoals Jezus de Kananese moeder noemt. Het houdt in dat we een Evangelie mogen verkondigen, dat weliswaar onverstaanbaar is voor zo'n studentenpastor die gelooft in de wezenlijke goedheid van de mens - al ziet hij slag over slag dat het in de praktijk niet bepaald veel naar buiten komt -, maar dat  wel precies geschikt is voor onwillige honden, die het slechts zichzelf kunnen verwijten wanneer ze voor eeuwig zullen wegzinken in de poel die brandt van vuur en sulfer. Let wel … de Heilige Geest is niet gekomen om goedwillende en ernstigzoekende mensen tot Jezus te brengen, maar volgens de profetie van Joël 2, aangehaald door Petrus op de dag van de uitstorting van de Heilige Geest, zal God Zijn Geest uitstorten op alle vlees. Wat is vlees? De Heere Jezus vat het samen in Johannes 3 vers 6: "Wat uit vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest." En welk karakter draagt 'vlees'? Volgens Paulus in zijn brief aan de Romeinen is het niet zo best. Lees maar hoofdstuk 8 vers 5-8: "… die naar het vlees zijn, bedenken wat van het vlees is; maar die naar de Geest zijn, wat van de Geest is. Want het bedenken van het vlees is de dood; maar het bedenken van de Geest is het leven en vrede; omdat het bedenken van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan Gods wet; want het kan ook niet. En die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen."
 
Maar dit alles houdt de Heilige Geest niet tegen om neer te dalen op dat verdoemeniswaardige vlees, op zo'n mens die enkel walgelijk is voor God. En daar ligt onze hoop, ambtelijk en persoonlijk. Ambtelijk: als ik preek, heb ik geen enkele, geen enkele verwachting van mijzelf (o had ik maar geen enkele, geen enkele verwachting van mijzelf!); ook niet van de luisteraars - maar wel van God (o, had ik meer verwachting van God!); dat Hij zal doen wat Hem behaagt. Dat belooft Hij immers: "Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan uw gedachten. Want zoals de regen en de sneeuw van de hemel nederdaalt, en daarheen niet wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt dat zij voortbrengt en uitspruit, en zaad geeft aan de zaaier, en brood aan de eter; zo zal Mijn Woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend." In welk verband zegt de Heere dit? Hij zegt dit direct nadat Hij de volgende oproep en belofte had laten horen: "Zoek de HEERE, terwijl Hij te vinden is; roep Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de HEERE, zo zal Hij Zich over hem ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldig." Ongelooflijk? Ja, ziende op uzelf, op uw 'smerige, vuile doodsstaat', en wanneer u met de briefschrijver hartelijk leerde ondertekenen: 'Maar God is een Rechter!!! Ik voel de gesel van Zijn Toorn woeden in mijn ziel.. Dit maakt onzeker en bang, het maakt dat ik volledig in het duister tast. Wanneer ik bid, Hij hoort niet, wanneer ik zing, het is niet meer dan een valse jammerkreet in Zijn oren ... Wanneer het Oordeel nu zou plaatsvinden, dan zou ik daarheen vluchten waar ik verre van Zijn heilig en zuiverend Licht zou zijn! Ik KAN NIET BESTAAN VOOR HET AANGEZICHT VAN GOD!' En dan toch, toch, toch, o toch!!! God zegt het, Mijn gedachten zijn hoger dan de uwe. U had het niet gedacht, hè? Maar Ik doe het toch. Ik vergeef toch, Ik doe niets liever dan vuile, vuile, vuile zondaren schoonspoelen in het bloed van Mijn lieve Zoon.
 
Zo is God - en daarom is er nog doen aan, ook voor de slechtste; tot meeste roem van 's Vaders vrije genade, Christus' onbegrijpelijke zondaarsliefde en de onuitsprekelijke, eeuwigdurende barmhartigheid van de Heilige Geest!