Home
Belijdeniscatechisatie
Bijbelstudie
De Catechisant
Studiemateriaal
Pastoralia
Contact
Links
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Met verstand bij uw vrouw wonen
 
Een jong stel, op weg naar het huwelijk, vraagt de betekenis van de uitdrukking in I Petrus 3 vers 7, waar de apostel schrijft: "Gij mannen insgelijks, woont bij (haar) met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook mede-erfgenamen der genade des levens (met haar) zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden."
De Heere stelt in deze vermaning de mannen op gelijk lijn met de vrouwen: insgelijks. Dat woordje 'insgelijks' betekent: net zo, op dezelfde manier. Wat geldt dan van mannen precies zo als van vrouwen? In de verzen 1 tot en met 6 heeft de apostel gezegd hoe een vrouw zich moet gedragen tegenover haar man, in het bijzonder wanneer het een ongelovige man betreft, een heiden. Dan moet de vrouw - die Christin werd - niet steeds haar man beleren en corrigeren. Nee, dan moet zij zó leven, dat ze door haar gedrag haar man wint voor het Christelijk geloof, voor de Heere en Zijn dienst.
En daarover gaat het in dit zevende vers ook: de bedoeling is: als een godzalige man een ongelovige vrouw heeft, moet hij met verstand wonen bij zijn vrouw. Dan moet hij haar niet dwingen tot het geloof, tot de gehoorzaamheid van Gods Woord. Dan heeft hij geduld en wijsheid, voorzichtigheid en verstand nodig om haar - die nu nog onwillig en onverstandig, ongelovig en onchristelijk is - te leiden tot de Waarheid, tot God. Dan moet hij niet in drift dwingen, want dat zou zijn gebeden verhinderen; dan moet hij niet onverstandig zijn gezag laten gelden, want bekeren blijkt waarlijk Gods werk te zijn. Dan moet hij wel bij haar wonen en niet altijd de straat op gaan, op bezoek gaan. Dan moet hij tijd, liefde en aandacht aan zijn - nog onbekeerde - vrouw besteden, opdat zij zó gewonnen wordt voor Koning Jezus en Zijn zalige dienst.
De vraag werd echter nader toegespitst op de kinderzegen: "Als je ongeveer acht of negen kinderen hebt, is het dan verstandig om er nog meer te krijgen? Kun je dan niet beter gescheiden gaan leven op seksueel gebied?"
In de Bijbel komt deze vraag niet voor en wordt deze 'oplossing' absoluut nergens geboden. De Schrift onderwijst er ons in dat het krijgen van kinderen Gods zegen is, wat onder andere betekent dat dát echtpaar gelukkig mag heten, dat van deze Goddelijke zegen veel krijgt. Niet dat echtpaar dat deze zegen meent mondjesmaat te moeten laten binnenkomen...
De apostel Petrus heeft het dan ook niet over deze zaken, wanneer hij schrijft over het 'bij haar wonen met verstand'. Dat heeft blijkens het tekstverband niets te maken met het aantal van de kinderen dat God schenkt. Ik herhaal: ...dat God schenkt!
Dit punt is niet gemakkelijk. We dienen met voorzichtigheid en schroom erover te schrijven, zeker wel wanneer de schrijver zelf ongetrouwd is en dus in deze geen enkele ervaring heeft en ook niet verstand nodig heeft om de vreze des HEEREN op dit terrein in oefening te brengen. Ondertussen wordt er over deze materie veel gesproken. En ik vrees dat in deze materie ook veel wordt gezondigd. Waarom dat laatste? Omdat we van Gods zegen niet gediend zijn? Och, ik denk dat het dat nog niet altijd is, maar omdat we verkeerd worden voorgelicht door 'reformatorische' publicaties, door mensen die zeggen dat zij God vrezen, door artsen die menen dat zij het moeten afkeuren om meer kinderen te krijgen op grond van medische, sociale en psychische omstandigheden. Ook misschien omdat sommigen de lasten van het huwelijk niet willen dragen of omdat ze gemakzuchtig zijn.
Ook voor het huwelijk geldt dat man en vrouw vervuld dienen te zijn van hetzelfde bedoelen als God, Die zegt door de profeet Maleachi (hoofdstuk 2 vers 15), dat Hij een zaad Gods zocht. Dat is één van de bedoelingen van het door Hem gegeven huwelijk. Namelijk om Zijn gemeente te stichten en Zijn Woord te verbreiden.
Is dat ook onze bedoeling? Dan zullen we niet wensen zo weinig mogelijk kinderen te krijgen, maar wensen zoveel mogelijk tot Zijn eer te leven en het aantal kinderen aan Hem overlaten, Die het alles in Zijn wijze en goede Raad heeft besloten, opdat we vanuit Zijn kracht, door Zijn genade en Geest mogen leven als gevenden, als vader en moeder, die zichzelf verloochenen en in hun liefde tot elkaar de ere Gods trachten te bedoelen en hun kinderen opvoeden tot Zijn eer en hun zaligheid.
Zou de HEERE dan niet gunstrijk voor alles zorgen? O, dat we meer op Hem zouden vertrouwen en niet vol ongeloof zeggen: ja, maar...!