Home
Belijdeniscatechisatie
Bijbelstudie
De Catechisant
Studiemateriaal
Pastoralia
Contact
Links
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Wat betekent I Timotheüs 4 vers 10?
Daar staat: "Wij hebben gehoopt op de levende God, Die een Behouder is van alle mensen, allermeest van de gelovigen."
Het Griekse woord 'Sooter' is in het Nieuwe Testament 22 keer vertaald met 'Zaligmaker', en twee keer met 'Behouder'. Waarom is het hier niet vertaald met 'Zaligmaker'?
Het overeenkomende werkwoord 'sooidzoo' komt 110 keer voor in het Nieuwe Testament; en is één keer vertaald met 'behoeden', 43 keer met 'behouden', één keer met 'bewaren', dertien keer met 'zaligmaken', veertien keer met 'verlossen', 31 keer met zalig worden, en zeven keer met 'gezond worden'. Waarom? Omdat deze woorden in verschillende omstandigheden of tekstverbanden nu eenmaal niet altijd dezelfde betekenis hebben. In het alledaagse leven gebruikten de Grieken het woord 'sooidzoo' in de volgende betekenissen: redden, ongedeerd bewaren, behoeden, behouden, sparen, in ere houden, in herinnering houden, gezond worden, in leven bewaard blijven.
Vanwege het tekstverband hebben de statenvertalers in I Timotheüs 4 vers 10 gekozen voor 'Behouder' in plaats van 'Zaligmaker'. Waarom? De kanttekening maakt duidelijk dat het hier niet zozeer gaat over 'zalig maken', maar over 'beschermen'. Dat komt omdat het in het tekstverband niet zozeer gaat over de ziel en de eeuwigheid, als wel vooral over het lichaam en de tijd. Het gaat over vervolgingen en ontberingen. Paulus zegt dat hij alles gewillig ondergaat, omdat Hij hoopt op de levende God, Die hem behoedt, beschermt enzovoort. Deze levende God is een Behoeder van alle mensen - en zelfs van dieren -; maar allermeest, in speciale zin, behoedt Hij Zijn kinderen.
De statenvertalers verwijzen in de kanttekening dan ook naar Psalm 36 vers 7, waar we lezen: "Uw gerechtigheid is als de bergen Gods, Uw oordelen zijn een grote afgrond. HEERE, Gij behoudt mensen en beesten." God behoudt niet alleen mensen, maar ook beesten. Dit betekent niet dat beesten zalig worden, maar dat God zorg draagt zelfs voor de beesten; - en dus zeker voor de mensen. Denk aan het laatste vers van Jona 4, waar de HEERE Jona erop wijst dat er in Ninevé niet alleen meer dan honderdentwintigduizend mensen of kinderen wonen, maar ook nog 's veel vee. Wij zouden denken: wat maakt dat vee nu uit? Maar het maakt God heel wat uit..., anders had Hij het niet gezegd.
Maar als we in I Timotheüs 4 vers 10 toch aan het zalig worden willen denken, dan kunnen we iets leren van Matthew Henry die schrijft: 'God heeft een algemene goedwilligheid voor de eeuwige zaligheid van alle mensen, inzover dat Hij niet wil dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering zullen komen. Hij begeert niet de dood van de zondaar. Hij is dus in die zin de Behouder van alle mensen dat geen van hen gelaten is in de wanhopige toestand der gevallen engelen. Welnu, als Hij zo de Behouder is van alle mensen, mogen wij daaruit afleiden dat Hij veelmeer wil zijn de Beloner van hen die Hem zoeken en dienen. Indien Hij zo welwillend is voor al Zijn schepselen, hoeveel temeer zal Hij verzorgen hen die door wedergeboorte nieuwe schepselen zijn geworden.'
Genoeg om over na te denken, niet waar?
Is deze levende God ook uw God? Hoopt u ook op deze levende God, zowel voor de tijd als voor de eeuwigheid, zowel naar lichaam als ziel? U zult met Hem nooit beschaamd uitkomen!