Home
Belijdeniscatechisatie
Bijbelstudie
De Catechisant
Studiemateriaal
Pastoralia
Contact
Links
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Wetende de schrik des Heeren...
 
Kunt u uitleggen, wat Paulus zegt: "Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof" ( II Korinthiërs 5 vers 11)?
Paulus maakt duidelijk, dat hij niet zomaar preekt. Het is geen hobbyisme, om zo te zeggen. Hij weet, waarover hij handelt. In het voorgaande vers heeft hij ervoor gewaarschuwd dat een ieder voor de rechterstoel van Christus moet verschijnen. En dat is geen geringe zaak. Dan zal een ieder geoordeeld worden en dan zal de Heere een ieder vergelden overeenkomstig zijn werken. Dan ontvangt een ieder het loon op zijn daden, goede daden of slechte daden, deugden of zonden. En omdat deze zaak zo hoogst ernstig is, schrijft Paulus erbij dat hij heel goed uit eigen ervaring weet waarover hij schrijft: hij heeft die verschrikking zelf meegemaakt. Hij is op weg naar Damascus door de Heere Jezus Christus gedagvaard voor Zijn hoge en geduchte rechterstoel. En dat deed hem weten hoe ontzaglijk die schrik des Heeren is. Daarom schrijft hij: wij weten de schrik des Heeren. Hij bedoelt: wij weten, wat die schrik des Heeren betekent. Wij weten uit eigen ervaring, hoe ontzaglijke deze zaak is.
En het gevolg daarvan is dat hij er niet over zwijgen kan. We lezen dat hij over die schrik, die schrikkelijke dingen des Heeren spreekt, wanneer hij voor stadhouder Felix staat, Handelingen 24 vers 25. Wanneer deze Romeinse stadhouder deze ontzaglijke en ontzettende dingen hoort, wordt hij zeer bevreesd. We lezen niet dat hij boos wordt, zoals sommige oppervlakkige kerkmensen. We lezen ook niet dat hij gaat spotten, zoals zovelen in onze tijd doen met de ernstige prediking van het gericht. We lezen evenmin dat hij onverschillig blijft, onaangedaan, bij het horen van deze ijzingwekkende werkelijkheid, zoals de meeste rechtzinnige, degelijke en ernstige kerkmensen in de rechtervleugel van de gereformeerde gezindte. Maar we lezen dat Felix, die Romeinse stadhouder, die harde heerser, bevreesd wordt; ja: dat hij zéér bevreesd wordt.
Dat is echter niet Paulus' bedoeling. Het is wel heel goed, heel belangrijk, wanneer we er nog nooit aan hebben gedacht en er ook niet over willen denken. Maar Paulus' bedoeling is, zoals in de uitspraak aan de Korinthiërs staat: mensen te bewegen tot het geloof.
Dit is altijd Paulus' bedoeling. Zo staat het ook in Handelingen 28. Daar is de apostel in een ernstig en langdurig gesprek gewikkeld met vooraanstaande Joden van Rome en dan lezen we dat hij hen probeerde te bewegen tot het geloof.
Of op de ene manier, of op de andere manier, Paulus begeerde dat zijn hoorders en lezers tot geloof mochten komen. Nu wist hij wel dat het geloof een gave, een werking van God is. Dat is nu zo en dat was toen ook zo. Toch heeft hij daaruit niet de conclusie getrokken om dan maar af te wachten of de Heere bij iemand het geloof zou werken. Nee, hij heeft de mensen bewogen tot geloof. Hij heeft geprobeerd de mensen te bewegen tot het geloof, zoals Handelingen 28 hetzelfde Griekse woord (peithoo) vertaalt. Heel wonderlijk zien we in deze omschrijving, dat Paulus twee dingen weet te verenigen, namelijk het eenzijdig Godswerk en des mensen verantwoordelijkheid of de weg der middelen. Paulus heeft er in de weg der middelen alles aan gedaan om mensen tot het geloof in Jezus Christus te brengen. Hij heeft in biddend opzien tot God om Zijn zegen zich tot het uiterste ingespannen om het geloof in die mensen te leggen of om die mensen te doen geloven, tot geloof te brengen.
Het Griekse woord, dat onze statenvertalers hebben weergegeven met 'tot het geloof bewegen' en ook met 'proberen tot het geloof te bewegen', betekent ook: overtuigen, bepraten, vermurwen, trachten te overreden. In de lijdelijke vorm betekent het: overtuigd worden, zich laten overtuigen, gehoorzamen, toegeven, geloven, vertrouwen. Dit woord wordt in onze Bijbel ook weergegeven met: aanraden (Handelingen 19 vers 8), overreden (vers 26), prediken (Galaten 1 vers 10), vermanen (Handelingen 13 vers 43), verzekeren (I Johannes 3 vers 19). U ziet dat het nog niet zo eenvoudig is om dit woord weer te geven.
In de oude Engelse vertaling vinden we de volgende weergaven: persuade (overtuigen), assure (verzekeren). Luther vertaalt met 'schön fahren', wat ongeveer vertaald moet worden met 'mooi doen'; verder: prediken en ook: overtuigen / bepraten, vermanen, stil doen zijn. U ziet, dat het dus ook in II Korinthiërs 5 vers 11 vertaald had kunnen worden met: wij dan wetende de schrik des Heeren, prediken de mensen, overtuigen de mensen, vermanen de mensen.
De statenvertalers hebben het weergegeven met 'bewegen wij de mensen tot het geloof'. Niet, dat zij hebben gedacht dat Paulus dat in eigen kracht kon, maar zij hebben geweten dat de Heere het middel van een ernstige, indringende en aansporende prediking en vermaning gebruikt om mensen tot het geloof te brengen. Zij hebben geprobeerd goed te luisteren naar de kracht en bedoeling van het Griekse woord 'peithoo', en ze hebben getracht het zo weer te geven dat duidelijk werd: Paulus heeft niet zomaar wat waarheden verteld, maar hij heeft de mensen met al zijn kracht en vindingrijkheid geprobeerd te brengen tot het geloof in Jezus Christus.
Nu laten we de woorden van Paulus voor wat ze zijn en keren met deze dingen in tot onszelf om te overdenken, hoe het dienaangaande met ons erbij staat. In de eerste plaats: zijn wij overreed, hebben wij ons door de gedurig terugkerende prediking van Gods getrouwe knechten laten overtuigen en tot geloof en gehoorzaamheid laten bewegen? Of hebben we ons tot op deze dag toe ertegen verzet? In de tweede plaats: zijn wij zelf ook op deze manier bezig met onze naaste? Hebben wij dezelfde ervaring / wetenschap als Paulus, die wist wat de schrik, het oordeel van de Heere Jezus Christus inhoudt? En hebben wij ook dezelfde bewogenheid met mensen, die in het grootste gevaar zijn, die op reis zijn naar een eindeloze en ondraaglijke pijn...? Of moeten we zeggen: ik heb er zelfs geen idee van dat er een hel is en hoe vreselijk deze is; en ik kan mijn naaste (man / vrouw / kind / vader / moeder / broer / zus) gewoon naar de hel laten reizen...?
O, dat al Gods knechten zich toch tot het uiterste inspannen om zielen te rukken uit het vuur! En dat ouders en grootouders zich ook tot het uiterste inspannen om hun nageslacht te redden van de eeuwige verdoemenis! Want het is door Gods genade en kracht mogelijk dat mensen door ons tot het geloof worden gebracht! En wij hebben er in de middellijke weg alles aan te doen...