"Hoe moet ik omgaan met geveinsden?"
Mensen bij wie leer en leven, woord en daad niet overeenkomen, die Gods Woord gebruiken om hun zonden goed te praten, die voorwenden bekeerd te zijn, maar waarbij de vruchten duidelijk een andere taal spreken, die de genade gebruiken om te zondigen (ik ben niet meer onder de wet). Mag ik me van zulke mensen, na herhaaldelijk vermanen, distantiëren, omdat deze zich weigeren te bekeren? Ook als het om je ouders / familie gaat?
Wie zal een geveinsde onderkennen? Wie zich uitgeeft voor een Christen en in woord en wandel zich dienovereenkomstig gedraagt, kan een ware of een geveinsde Christen zijn. Wij kunnen die niet herkennen. Wie in woord of wandel zich niet als een Christen gedraagt, onbijbels spreekt of leeft, die is geen geveinsde, want hij komt openbaar. Misschien komt nu openbaar dat hij een geveinsde, een huichelaar, was; maar in ieder geval is hij op dat moment geen geveinsde meer.
Mogen we iemands hart beoordelen op zijn daden of woorden? In zekere zijn niet, want een waar kind van God kan ook (tijdelijk) zonden aan de hand houden en dwalingen hebben. Maar in zekere zin ook wel, want de Heere Jezus zegt in Mattheüs 7 vers 15-20: "Wacht u voor de valse profeten, die in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo: iedere goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, en een kwade boom kan geen goede vruchten voortbrengen. Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij ze dan aan hun vruchten kennen."
Wanneer mensen een onbijbelse leefwijze hebben, en toch Christenen willen heten, zullen zij zich wel proberen te verdedigen. Dat is ons allen eigen. Een verdedigingsmiddel is dan om teksten uit hun verband te halen of de betekenis te verdraaien. Zo kan men proberen met een (onterecht) beroep op de vrijheid van een Christen een ongebonden leven goed te praten; maar voor de allerhoogste Rechter zal dat niet gelden.
Hoe moet je met zulke mensen omgaan? De briefschrijver geeft aan, de betreffende persoon of personen te hebben vermaand. Mag iemand vervolgens van zulke mensen afstand nemen? De Bijbel geeft, volgens de Heidelbergse Catechismus, een andere weg aan: met een getuige nog eenmaal die persoon waarschuwen. Helpt dat niet: naar de kerkenraad gaan. Helpt dat ook niet, dan dient de kerkenraad stappen te ondernemen, van kerkelijke tucht. Helpt dat alles ook niet, dan - zo zegt onze Heere en Heiland - moet die persoon door u worden beschouwd als een heiden of als een tollenaar (Mattheüs 18 vers 17). Let wel: je blijft voor hem of haar bidden. In het maatschappelijke verkeer mag en moet je gewoon met die persoon omgaan, maar kerkelijke gemeenschap en gemeenschap der heiligen is verboden, is onmogelijk.